YOUNGCAPITAL BLOG

Hendrik de Kok (23) besteedt elke zomervakantie aan het helpen van vluchtelingen. Hij deelt bijvoorbeeld bananen uit, zodat kinderen in kampen niet ondervoed raken. Maar hij wil meer kunnen betekenen. Zijn droom is om spoedeisende hulp te bieden in rampgebieden. Met zijn studie verpleegkunde timmert hij aan de weg. Maar praktijkervaring vindt hij het allerbelangrijkst. Via YoungCapital kon hij meelopen op de afdeling oogheelkunde.

Waarom wilde je bij oogheelkunde meelopen? 

“In vluchtelingenkampen zijn veel oogproblemen. En als er iets mis is met je oog, moeten artsen snel ingrijpen. Dat spoedeisende karakter heb je ook in rampgebieden."

Hoe kwam je op het idee om vluchtelingen te gaan helpen?

“Toen ik negentien was, kreeg ik een telefoontje: mijn vader had zelfmoord gepleegd. Ik zou aan de politieacademie beginnen, maar dat moest ik uitstellen. ‘We weten niet hoe je gaat reageren in moeilijke situaties’, zeiden ze. ‘Kom over twee jaar maar terug.’ Ik viel in een gat. Ging werken in de beveiliging. Veel avonden en nachten, vaak alleen. In die periode zag ik op het nieuws dat er vluchtelingen aankwamen op Lesbos. Daar moet ik naartoe, dacht ik.” 

Hendrik

Hoe was het op Lesbos?

“Ik zat in kamp Moria, een oud gevangeniskamp dat nu nog steeds bestaat. Daar zaten 8.000 vluchtelingen. Ze hadden geen eten, geen wc’s, geen douches. Het was ook nog eens heel slecht weer. Holy moly, dacht ik, waar moet ik beginnen?”

“We zijn eten gaan kopen en gaan uitdelen. Toen hoorden we dat er een heel groot schip onderweg was met een bovendek en een benedendek. Omdat het veel te zwaar beladen was, was het bovendek ingestort. Bovenop de mensen die beneden zaten. Daarna was het schip gekapseisd en gezonken. Een grote ramp.”

“Ik ben aan de kust gaan helpen, waar de paniek enorm was. Kinderen uit de boot tillen. Rust bewaren, dat was heel belangrijk. Ik bleek er goed in te zijn, en al snel werd ik coördinator van het team. Toen de trip erop zat en ik thuiskwam, dacht ik: wat doe ik hier? En toen ben ik weer teruggegaan.”

Waarom?

“Ik voelde zo sterk dat ik daar nodig was. Die mensen maken een reis van vele kilometers op open zee. Met golven van een anderhalve meter hoog. Met veertig man op een bootje waar er eigenlijk maar tien op passen. Ze hebben geen eten en ze zijn letterlijk doodsbang. 

En dan staan wij daar klaar. We zorgen dat de boot niet omslaat en tillen de kinderen uit de boot, zodat de volwassen wat rustiger kunnen uitstappen. Als iedereen veilig aan wal staat, hopen we genoeg droge kleren te hebben, iets te eten en een glimlach. Daar maak je die mensen zó blij mee.”

Hendrik

 

Ga je steeds terug naar Lesbos?

“Ook naar andere gebieden. Zodra school het toelaat, ben ik weg. Ik ben in Libanon geweest, in Duinkerke, Frankrijk en Idomeni, een Griekse plaats op de grens met Macedonië. Toen Macedonië de grens dichtgooide, zaten er binnen een paar dagen 15.000 mensen in een kamp dat geschikt was voor 1.500 man, waarvan de helft kinderen. De pleuris brak uit.” 

“Ik wilde voor iedereen eten en tenten regelen, maar daar had ik de middelen niet voor. Dus ben ik ’s ochtends maar naar de supermarkt gegaan om bananen te kopen. Daarmee ging ik van tent tot tent: ‘Goedemorgen, hoeveel kinderen heeft u?’ En dan kreeg elk kind een banaan als ontbijt.” 

Dat klinkt nog wel positief. Maar is het niet zwaar?

“Ja, ook wel. De dag nadat die boot bij Lesbos gezonken was, spoelden er mensen aan. Lijken. Een meisje van een jaar of twaalf lag in de branding. Ik heb haar opgepakt om haar op het droge te leggen. Ze was zo stijf als een plank. De dokter, die haar officiëel dood had verklaard, belde de lijkschouwer om het lichaam te laten ophalen. ‘Geen tijd’, zei die. ‘Overmorgen kunnen we haar pas meenemen.’” 

Kinderen in Idomeni zijn blij met Hendrik de Kok

Kinderen in Idomeni zijn blij met Hendrik

“Je mag officieel een overleden persoon niet aanraken, die moet je laten liggen. Nou, dat wilden we niet. De koelcel van het mortuarium lag vol, dus moest de koelcel van de slager gebruikt worden. Daar lag ze, tot ze begraven kon worden. We zijn nooit te weten gekomen wie ze was. Of haar ouders haar nog zoeken. Ze ligt op het kerkhof op Lesbos, onder een nummertje. Een nummertje! Dat maakte me zo boos. Hoe kan dit nou zomaar gebeuren? In Europa nog wel.” 

Heb jij eigenlijk nog wel een normaal leven?

“Haha, ja hoor! Op dit moment ga ik twee dagen naar school en loop ik stage in het ziekenhuis op neurologie. Ik vul mijn stagevergoeding aan met wat ik verdien als dj. Ik sta wel anders in het leven; ik maak me niet meer druk over kleine dingen.” 

Hendrik vertelt hoe dit jongetje bijna is overleden

Hendrik vertelt op Facebook hoe dit jongetje bijna was overleden door ondervoeding.

Hoe zie jij de toekomst voor je?

“Het is mijn droom om in rampgebieden als verpleegkundige aan de slag te gaan. Daar waar de nood het hoogste is, daar wil ik werken. Ik moet nog zeker zes jaar studeren tot ik mijn diploma heb. Maar ik weet honderd procent zeker dat het me gaat lukken.” 

En financieel? Wordt jouw droombaan een beetje betaald?

“Nee. Maar verpleegkundigen in Nederland verdienen ook heel weinig. Ik weet dat ik er niet rijk mee word, maar ik doe liever iets waar ik elke dag plezier in heb. In het ziekenhuis of in die kampen kan ik echt iets voor mensen betekenen. Dat is rijkdom voor mij.” 

Wil jij ook vrijwilligerswerk doen? 

Tip van Hendrik: “Wees kritisch. Zorg dat je niet gaat werken in zo’n weeshuis dat puur is opgericht om geld mee te verdienen. Check daarom of goed of je met een erkende en betrouwbare stichting te maken hebt, die een langetermijnplan heeft. Op Facebook kun je zoeken naar bestaande groeperingen of organisaties. Dat is een goede bron om uit te zoeken of een stichting bij je past. Ga je vluchtelingen helpen? Dan mag je ook contact opnemen met mij.

Foto's: Facebook Hendrik de Kok 

 

Deel dit artikel

Blijf lekker hangen. Lees deze posts.